Spaarrente vs. Vastgoedbeleggen: Wat is wijzer in tijden van inflatie?

Dit is een reclame-uiting. Beleggen brengt risico’s met zich mee. Lees het prospectus en het essentiële informatiedocument (EID) voordat u een beleggingsbeslissing neemt.

Spaarrente vs. Vastgoedbeleggen: Wat is wijzer in tijden van inflatie?

In een wereld waarin inflatie ons spaargeld langzaam aantast, wordt het steeds belangrijker om kritisch te kijken naar hoe en waar we ons geld laten werken. Twee populaire opties zijn sparen op een spaarrekening en beleggen in vastgoed – met name via een niet-beursgenoteerd vastgoedfonds. Maar wat zijn precies de verschillen in opbrengst, risico en bescherming tegen inflatie?

 

De huidige spaarrente: (nog) geen feest

Hoewel spaarrentes sinds 2022 weer iets zijn gestegen, liggen ze nog steeds onder de inflatieniveaus. In Nederland varieert de spaarrente bij de meeste banken momenteel tussen de 1,5% en 3%. Dat klinkt aardig, maar bij een inflatie van bijvoorbeeld 4% of hoger betekent dit per saldo een verlies in koopkracht. Je spaargeld wordt dus elk jaar iets minder waard, ook al zie je het nominale bedrag op je rekening groeien.

 

Spaargeld blijft wel liquide en risicoloos tot het door het depositogarantiestelsel beschermde maximum van €100.000 per persoon per bank. Maar wie vermogen wil laten groeien, moet zich realiseren dat sparen tegenwoordig zelden echte vermogensgroei oplevert – zeker niet netto na inflatie en belasting.

Vastgoedbeleggen via een niet-beursgenoteerd vastgoedfonds

Een alternatieve strategie is beleggen in vastgoed via een niet-beursgenoteerd vastgoedfonds. Dit zijn fondsen die woningen, winkels of andere vastgoedobjecten beheren en verhuren, maar niet op de beurs zijn genoteerd. Als belegger koop je een deelneming in het fonds en deel je in de huuropbrengsten en (potentiële) waardestijgingen.

 

Wat niet-beursgenoteerde fondsen aantrekkelijk maakt, is de stabiliteit. Omdat ze niet aan de grillen van de aandelenmarkt onderhevig zijn, blijft de waardeontwikkeling veelal stabieler. De vastgoedportefeuille wordt doorgaans periodiek getaxeerd, niet dagelijks verhandeld. Bovendien is de huuropbrengst een relatief stabiele inkomstenstroom – huurders betalen maand na maand hun huur, die vaak ook nog geïndexeerd wordt. En als het een groot vastgoedfonds betreft, is er sprake van een goede spreiding in de portefeuille.

Inflatiebescherming als sleutel

Een belangrijk voordeel van vastgoed, met name woningvastgoed, is de natuurlijke inflatiebescherming. Huren worden vaak jaarlijks geïndexeerd op basis van inflatie, waardoor de huurinkomsten meestijgen met de stijgende kosten van levensonderhoud. Daardoor blijft het rendement voor beleggers op peil – iets wat spaargeld momenteel niet biedt.

Bovendien is de verwachting dat de vastgoedprijzen op de lange termijn met de inflatie meestijgen. Hierdoor kan het onderliggende bezit (het vastgoed zelf) ook in waarde toenemen.

Risico’s en rendement

Beleggen in vastgoed brengt uiteraard ook risico’s met zich mee. Denk aan leegstand, wanbetaling van huurders, waardedalingen in de vastgoedmarkt of veranderend overheidsbeleid (zoals huurregulering of belastingen). Daarnaast zijn beleggingen in niet-beursgenoteerde fondsen meestal minder liquide: je kunt niet op elk moment uitstappen, zoals bij een beleggingsrekening. Dat is logisch, je belegt namelijk in vastgoed, wat veelal een lange termijn investering is.

Daar staat tegenover dat de rendementen aantrekkelijk kunnen zijn. Veel niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen mikken op een jaarlijks bruto rendement van 5% tot 8%, afhankelijk van de portefeuille en strategie. Dat is meer dan spaargeld opbrengt – en vaak met een relatief beperkt risico, zeker wanneer het fonds goed gespreid is over meerdere objecten en regio’s.

Conclusie: sparen, vastgoed of beiden?

Sparen biedt zekerheid en flexibiliteit, maar onvoldoende bescherming tegen inflatie. Vastgoedbeleggen via een niet-beursgenoteerd fonds biedt inflatiebestendigheid en hogere rendementskansen, maar vraagt een langere beleggingshorizon en acceptatie van beperktere verhandelbaarheid. Tevens kan de waarde in het vastgoed zowel stijgen als dalen.

 

Voor wie vermogen wil behouden én laten groeien, kan een combinatie verstandig zijn: een buffer op een spaarrekening voor onverwachte uitgaven, en daarnaast beleggen in vastgoed voor de lange termijn. Zo profiteer je van het beste van beide werelden.

Call Now Button